24-04-2020

Tranen van geluk bij vertrek echtpaar COVID-19 afdeling

Iedereen had een brok in de keel of tranen in de ogen bij het afscheid van twee bijzondere patiënten van een van de COVID-19 afdelingen van het Maasstad Ziekenhuis. Een ouder echtpaar uit Ridderkerk dat samen ernstig ziek werd, mag na vier weken eindelijk naar het coronacentrum van Aafje zorghotel om daar verder te herstellen. Reden voor alle medewerkers van de afdeling om een feestelijke erehaag te vormen bij hun vertrek.

Vier weken geleden werd meneer als eerste in het ziekenhuis opgenomen met coronaklachten. Terwijl hij langzaam achteruit ging, kwam ook zijn vrouw in het ziekenhuis te liggen. De verpleging besloot al snel om hen samen op een kamer te leggen, zodat ze dicht bij elkaar konden zijn in deze spannende tijd.

“Het was kantje bord voor hen allebei”, vertelt internist-infectioloog Katalin Pogány, nog ontroerd van het afscheid. “En ze hebben bewust van elkaar meegemaakt hoe ziek ze waren. Het was mooi om te zien hoe meneer zijn vrouw in de gaten hield, terwijl hij zelf ook heel ziek was.”

Deel van gezinsleven
Het echtpaar heeft zes kinderen die zich volgens de verpleging erg goed door deze moeilijke periode hebben heengeslagen. “Ze stemden goed met elkaar af wie er op bezoek kwam. Dat werd mooi en harmonieus verdeeld”, zegt Magda Mathura, teamleider van de afdeling. “Wij voelden ons al die tijd een deel van hun gezinsleven. Dat was heel bijzonder.”

Alle medewerkers van de afdeling waren bij het afscheid. Van de schoonmakers tot de artsen. Niemand wilde het missen. “Ze hebben zich vier lange weken aan ons overgegeven en het is gelukkig goed gekomen. We waren allemaal heel blij toen we zagen dat ze langzaam weer opknapten. We zijn ook vaak ontroerd geweest door deze warme en dankbare mensen”, legt Magda Mathura uit.

Hand in hand
Een mooi moment was bijvoorbeeld dat mevrouw voor het eerst in lange tijd weer in een stoel naast haar man kon zitten. “Dat was een hele klus om dat voor elkaar te krijgen en het was maar voor een kwartiertje, maar je gaat voor jouw patiënt, dus wil je dat ook graag doen. En als je ze dan hand in hand ziet zitten, dan staan de tranen je in de ogen.”

Het echtpaar ging bij het afscheid over de gang door een haag van rozen en ballonnen en werd daarna samen met vier van hun kinderen begeleid tot aan de lift. Meneer en mevrouw waren zichtbaar geraakt door deze blijk van waardering en bleven bedanken en zwaaien. “Nu moeten we hen loslaten”, besluit Katalin Pogány. “Maar we wensen de hele familie het allerbeste!”