5. Behandeling

(Verdenking) Nierkanker

De meest toegepaste behandeling bij nierkanker is het operatief verwijderen van de nier of van een gedeelte ervan. In sommige gevallen wordt ook de urineleider tot aan de blaas verwijderd.

Samenwerking met Franciscus Gasthuis & Vlietland, Erasmus MC en het IJsselland Ziekenhuis

Voor de behandeling van een niertumor werken de urologen van het Maasstad Ziekenhuis samen met de urologen van bovenstaande ziekenhuizen. Voordeel hiervan is dat alle ervaringen over diagnoses, behandelingen en operaties gebundeld worden en samen meer kennis wordt opgebouwd. 

Als u een niertumor heeft, kan het zijn dat u doorverwezen wordt naar het gezamenlijke spreekuur niertumor in het Franciscus Gasthuis &  Vlietland voor verdere behandeling. Hier werken urologen van het Maasstad Ziekenhuis en het Franciscus Gasthuis &  Vlietland.  Uw behandeld arts bespreekt samen met u wat voor u de beste locatie is voor een verdere behandeling

Hieronder leest u meer over een operatie en de mogelijkheden.

Operatie

Vroeger werd een operatie uitgevoerd via een groter snee in de buik. Tegenwoordig doen we dit meestal met behulp van de Da Vinci robot. Deze operatierobot is een apparaat welke de kijkoperatie vergemakkelijkt. De belangrijkste verbeteringen zijn het 3D-zicht, waardoor de uroloog diepte kan zien en instrumenten met zogenaamde ‘gewrichten’ waardoor men sneller en nauwkeuriger kan opereren. De Da Vinci robot is niet computer gestuurd en voert ook geen zelfstandige handelingen uit. De uroloog stuurt vanuit een console de robotarmen aan. Om ruimte te krijgen wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2).

Via een aantal kleine sneetjes in de onderbuik worden buisjes in de buik gebracht. Door deze sneetjes worden chirurgische instrumenten ingebracht waarmee de operatie wordt uitgevoerd. De operatierobot heeft een speciale camera waarmee in de buikholte kan worden gekeken. Het beeld is 3D en de camera vergroot het beeld tot maximaal 10 keer. Zo kan elk detail van het operatiegebied uitvergroot worden. De gewrichtjes van de instrumenten kunnen meer dan 360 graden draaien.

De operatie wordt onder algehele verdoving (narcose) uitgevoerd.

Er zijn verschillende operaties mogelijk:

  • Robotgeassisteerde gehele nierverwijdering (radicale nefrectomie).
  • Robotgeassisteerde gedeeltelijke nierverwijdering (partiële nefrectomie). Hierbij wordt alleen de tumor uit de nier verwijderd maar blijft de nier zelf behouden. Het hangt van de grootte en ligging van de tumor af of u hiervoor in aanmerking komt. 
  • Bevriezing van de tumor (cryo ablatie). Dit is een behandeling waarbij de arts de tumor bevriest. Cryo komt van het Griekse kryos en betekent ijskoud. Ablatie betekent hier: verwijderen van weefsel. Bij cryo ablatie snijdt de arts de tumor niet zelf weg, maar gaan de tumorcellen dood door bevriezing. Daarna ruimt het lichaam zelf de afgestorven cellen op. Deze behandeling is te vergelijken met het aanstippen van wratten. Een ander woord voor cryo ablatie is cryotherapie. Deze behandeling kan worden toegepast:
    - bij nier tumoren kleiner dan 4 cm waarbij een ander soort operatie niet mogelijk is;
    - als een ander soort operatie een te zware ingreep is.

    De cryo ablatie vindt onder CT-scan plaats en wordt meestal gedaan onder kortdurende algehele verdoving. De behandeling gebeurt onder begeleiding van beelden. De radioloog stelt de locatie van de tumor vast. Ook bepaalt hij of er een risico is dat nabijgelegen organen of structuren in de ijsbal gevangen worden. Voor cryo ablatie wordt gebruik gemaakt van dunne naalden. Door de naalden stroomt gas. Hiermee worden de naalden heel koud gemaakt en bevriest de tumor. Op deze manier worden tumorcellen gedood. Het gas komt niet in uw lichaam.  In dat geval plaatst hij een dunne naald tussen de tumor en de structuur en injecteert hij vocht zodat een buffer ontstaat. Zo kan hij vriesschade aan omliggende weefsels, bloedvaten en zenuwen zo veel mogelijk voorkomen. Het bevriezen duurt ongeveer 2 keer 10 minuten per tumor.

  • Robotgeassisteerde verwijdering van de gehele nier en de urineleider (radicale nefro-ureterectomie). Dit vindt plaats als ook andere delen van het afvoersysteem aangedaan zijn. Dan wordt de nier, inclusief de urineleider naar de blaas en de inmondingsplaats in de blaas, verwijderd. Dit vindt robotgeassisteerd plaats via een kijkoperatie. Om de kans op een uitzaaiing in de blaas te verkleinen wordt in de meeste gevallen ook een spoeling met chemo (mitomycine) gegeven in de blaas.
  • Als de niertumor erg groot is en er klieren rond de grote vaten liggen, kan worden besloten de ingreep open plaats te laten vinden door middel van een snee in de buik (open nefrectomie). Dit omdat een kijkoperatie in dit geval oncologisch niet veilig is. Dit gebeurt echter zelden.

Snel behandeltraject

Het Maasstad Ziekenhuis vindt het belangrijk om patiënten snel te behandelen. Met 2 da Vinci robots kunt u al binnen 2 weken na verwijzing door uw huisarts bij het Robot Expertisecentrum terecht. Vervolgens wordt u binnen 4 tot 6 weken al geopereerd.

Voorbereiding

De operatie vindt onder volledige verdoving plaats. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatieve screening genoemd. Daarom bezoekt u vooraf het spreekuur van de anesthesioloog. Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u een bepaalde periode voor de operatie niet mag eten, drinken of roken voor de operatie. U ontvangt hierover een informatie van de anesthesioloog.

Operatie

Voor de operatie krijgt u de voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (premedicatie) en wordt een infuus ingebracht voor het toedienen van vocht en medicatie. U wordt op de dag van de operatie opgenomen.

Na de operatie

U wordt wakker op de uitslaapkamer. De bloeddruk en het hartritme worden gecontroleerd. Als u pijn heeft krijgt u medicijnen toegediend. U heeft een infuus, een slangetje in de buik (drain) om wondvocht af te voeren en een blaaskatheter. Als alle controles goed zijn, mag u terug naar de verpleegafdeling. Terug op de afdeling controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols, temperatuur en de blaaskatheter. Als alles goed gaat, worden de drain en het infuus verwijderd en de voeding wordt uitgebreid. Als de spijsvertering goed op gang komt, mag u weer naar huis.

  1. Verwijzing
  2. Polikliniek bezoeken
  3. Onderzoek
  4. Diagnose
  5. Behandeling
  6. Nazorg