Een hernia treedt op in de wervelkolom. Deze bestaat uit een aantal beenderen (wervels). Tussen de wervels liggen de tussenwervelschijven, die belangrijk zijn voor het bewegen van de wervelkolom. Iedere tussenwervelschijf bestaat uit een stevige omhulling (de anulus fibrosus) en een weke buigzame kern (de nucleus pulposus).
Wanneer de harde omhulling een zwakke plek vertoont of scheurt, kan de weke kern naar buiten puilen. Men spreekt dan van een hernia (uitstulping of hernia nuclei pulposi). De uitpuilende weke kern kan een zenuwwortel gaan beknellen, waardoor pijn ontstaat.