Een malletvinger kan ontstaan door een directe klap op de top van een uitgestrekte vinger.
Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het vangen van een bal of het ophalen van een sok. Hierdoor scheurt de strekpees van het vingerkootje van de top van de vinger af. Soms breekt er ook een stukje bot af van dit vingerkootje (avulsiefractuur).
In beide gevallen gaat het topje van de vinger afhangen. Het lukt niet meer om de vinger actief te strekken en de vinger lijkt dan op een hamertje.
Er ontstaat letsel aan de strekpees op de aanhechting in het uiterste kootje.
Het topje van de vinger gaat in buigstand staan. Er is een scheur van het einde van de strekpees (1) of een scheur van de strekpees met een stuk bot van het laatste kootje (2).