PT artrose

PT artrose

De pols is een complex gewricht en bestaat onder andere uit acht botjes (handwortelbeenderen). De acht handwortelbeenderen liggen verdeeld over twee rijen en zijn met elkaar verbonden door banden, die ligamenten worden genoemd.

Het driehoekig bot (os triquetrum) en het erwtvormig bot (os pisiforme) behoren tot de acht handwortelbeenderen.

Bij PT artrose (pisotriquetrale artrose) is er slijtage van het gewrichtsoppervlakte tussen deze twee botten. Tevens is de kraakbeenlaag die zorgt voor de soepele beweging tussen de botten verminderd. PT artrose komt niet vaak voor. Het wordt vaak veroorzaakt door natuurlijke slijtage, welke ontstaat tijdens het ouder worden. Overbelasting door bijvoorbeeld sport speelt mogelijk ook een rol.

Er is sprake van slijtage tussen het erwtvormig bot (rood) en het driehoekig bot (blauw) in de pols. Bij een operatie wordt het erwtvormig botje via een kleine snede verwijderd (zie groene stippellijn voor litteken).

Mogelijke onderzoeken bij PT artrose

Mogelijke behandelingen bij PT artrose

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Bij PT artrose kunt u last hebben van:

  • Pijn en zwelling aan de pinkzijde van de pols.
  • Bepaalde houdingen en bewegingen verergeren de pijn (vuist maken en pols buigen).

U bespreekt uw klachtenpatroon met de arts en er wordt lichamelijk onderzoek uitgevoerd. In geval van verdenking op een PT artrose wordt er vaak een röntgenfoto gemaakt. Eventueel wordt er aanvullend een CT scan gemaakt. Ook kan een pijnstillende injectie volgen.

Niet-operatieve behandeling

De niet-operatieve behandeling heeft een grote voorkeur. Dit kan omvatten:

  • rust
  • een brace
  • een injectie met corticosteroïden
  • NSAID’s (ontstekingsremmers)

 

Operatieve behandeling

Er wordt gekozen voor een operatie wanneer de niet-operatieve behandeling niet afdoende heeft geholpen. De operatieve behandeling bestaat uit het verwijderen van het erwtvormige bot (os pisiforme). Er is enige terughoudendheid voor deze operatie omdat het herstel lang kan duren en mogelijk kan leiden tot instabiliteitsklachten. Toch kan deze ingreep voor pijnverlichting zorgen.

Voor de operatie
Voor de operatie dient u rekening te houden met onderstaande zaken:

  • Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met het aankleden en/of vervoer naar huis.
  • Draag geen sieraden of nagellak.
  • Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
  • Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts.
  • Stop in overleg met de arts enkele dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit één dag na de operatie weer hervatten.

De operatie
Tijdens de operatie ligt u op uw rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt in dagbehandeling onder verdoving van de gehele arm. Slechts zelden wordt gekozen voor volledige anesthesie. Aan de binnenzijde van de hand op de overgang naar de pols wordt een zigzag of een gebogen snede gemaakt. De huid wordt opzij geklapt en het erwtvormig bot (os pisiforme) wordt verwijderd.

  • Na de operatie krijgt u een verband. U dient het gipsverband droog te houden. Tijdens douchen kunt u een plastic zak om de hand doen. Het gipsverband wordt na ongeveer 14 dagen verwijderd. Er wordt dan gestart met oefentherapie.
  • U dient de hand de eerste dagen hoog te houden. Dit kan met de hulp van een mitella/sling. 's Nachts kunt u uw hand het beste op een kussen laten rusten.
  • Het is van belang dat u de vingers regelmatig beweegt om stijfheidsklachten te voorkomen. Dit kunt u doen door 5x per dag 10 maal de vingers recht te maken en 10 maal de vingers ontspannen te buigen. Dit herhaalt u waarbij u de andere hand gebruikt om de vingers te helpen met bewegen. Daarnaast kunt u 5x per dag 10 maal de vingers spreiden en sluiten om het vocht uit de hand weg te pompen. Vermijd met kracht een vuist te maken.
  • Voor eventuele napijn kunt u paracetamol (max. 4 x daags 1.000 mg) gebruiken. Indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling.
  • Zelf autorijden met drukverband/gipsspalk mag niet, u bent dan niet verzekerd.

Hersteltraject (operatieve behandeling)
De duur van de herstelfase na een operatie aan PT artrose is variabel en afhankelijk van uw wondgenezing en herstel. Soms kan het hersteltraject enige maanden duren. Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig zijn bij aanraken en druk zetten. Het litteken kan ook hard aanvoelen. Deze klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk.

Handenteam
Na een PT artrose operatie is nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit oefentherapie en wellicht ook spalktherapie. Deze nabehandeling vindt plaats bij het Hand- en Pols Expertisecentrum van het Maasstad Ziekenhuis en wordt uitgevoerd door medewerkers van het handenteam. De duur en de frequentie van de nabehandeling kan zeer variëren.

Mogelijke complicaties
Bij alle operaties bestaat een geringe kans dat complicaties zich voordoen. Voor de volledigheid noemen we de (zeer) zeldzame complicaties. Als u vragen heeft over de mogelijke complicaties, raden wij u aan om contact op te nemen met uw behandelend arts.

  • Bij elke ingreep is er een klein risico op complicaties zoals een wondinfectie, nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
  • Na een trauma of operatie van de hand kunnen er onbegrepen klachten ontstaan die niet direct te maken hebben met trauma of de operatie. Deze klachten omvatten roodheid, zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn. Ook kan er een intolerantie ontstaan voor kou. Deze klachten komen slechts zeer zelden voor en zijn vaak tijdelijk.
  • De operatie aan een PT artrose heeft tevens als zeldzame complicatie een (tijdelijk) verminderd gevoel aan de pinkzijde van de hand door zenuwschade. In zeldzame gevallen treden er instabiliteitklachten op.