Skiduim

Skiduim

Een skiduim (gamekeepers thumb) komt veel voor. Bij een skiduim is er sprake van letsel van de gewrichtsband (ulnaire collaterale ligament) die aan de binnenzijde van het onderste duimgewricht (MCP-1) loopt.

Deze band geeft stabiliteit aan dit duimgewricht en voorkomt dat de duim te ver opzij en naar achter kan buigen.

Vaak wordt een skiduim veroorzaakt door een ongeluk tijdens het sporten. Bijvoorbeeld een skiër of hockeyer die met zijn duim achter de stok/stick blijft hangen. Ook komt het letsel voor bij balsporten waarbij een bal met hoge snelheid op een uitgestrekte duim belandt. Chronisch letsel van deze band komt ook voor, maar minder vaak. Hierbij ontstaat er uitrekking van het bandje door herhaling van dezelfde beweging. Net als bij een trauma geeft dit instabiliteitsklachten van het duimgewricht. Bij langdurig bestaan van deze instabiliteit is er een grotere kans op het ontstaan van gewrichtsslijtage (arthrose).
 
De ernst van het bandletsel verschilt en kan bestaan uit:
een volledig gescheurde band waarbij een klein stukje bot is afgebroken (avulsiefractuur).
een volledig gescheurde band.
een gedeeltelijk gescheurde band.
een verrekking van een intacte band.

Mogelijke onderzoeken bij Skiduim

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Bij een skiduim kunt u last hebben van:

  • Pijn, zwelling en soms verkleuring aan de binnenzijde van de duim.
  • Krachtverlies van de duim (dit merkt u bij het opendraaien van potjes of het omdraaien van een ronde deurknop).
  • Instabiliteit van de duim.

U bespreekt uw klachtenpatroon met de arts en er wordt lichamelijk onderzoek uitgevoerd. Afhankelijk van de bevindingen kan aanvullend onderzoek nodig zijn. In geval van verdenking op een skiduim wordt vaak een röntgenfoto gemaakt. Deze röntgenfoto wordt gemaakt om te controleren of een stukje bot is afgebroken (avulsiefractuur). Soms is het nodig om een MRI scan te maken om een scheur en de positie van het omliggende weefsel beter te kunnen beoordelen.

Niet-operatieve behandeling

Een (gips)spalk waarbij het onderste duimgewricht iets naar binnen is gebogen om zo de gewrichtsband te ontlasten. De gipsspalk zit om de duimbasis en de hand (de eerste 4 weken inclusief de pols). De duimtop is vrij. Na 4 weken gips krijgt u een afneembare spalk en start u voorzichtig met handtherapie. Na 6 weken wordt de stabiliteit gecontroleerd. Bij instabiliteit krijgt u dan nog enkele weken een afneembare spalk of tape. De oefentherapie richt zich op normale belasting na 3 maanden en zware belasting pas na 6 maanden. Deze niet-operatieve behandeling is mogelijk bij een deels gescheurde band.

Operatieve behandeling

Bij een volledig gescheurde gewrichtsband of bij aanwezigheid van een afgebroken stukje bot wordt  gekozen voor een operatie. De niet-operatieve behandeling is niet raadzaam als er spierweefsel tussen de afgescheurde band ligt (Stenerse lesie). Het ligament kan dan niet goed aan elkaar groeien. Tijdens de operatie wordt de losgescheurde band opnieuw gehecht of vastgezet aan het bot. Het losse botfragment wordt afhankelijk van de grootte verwijderd of vastgezet met een stalen pin of botankertje. Bij de chronische skiduim variant (zonder gewrichtsslijtage) kan er gekozen worden om het bandje te versterken met hulp van een peestransplantaat (uit bijvoorbeeld de pols).

Voor de operatie
Voor de operatie dient u rekening te houden met onderstaande zaken:

  • Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met  aankleden/vervoer naar huis.
  • Draag geen sieraden of nagellak.
  • Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
  • Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts.
  • Stop in overleg met de arts enkele dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit één dag na de operatie weer hervatten.

De operatie
Tijdens de operatie ligt u op uw rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt vaak in dagbehandeling onder verdoving van de gehele arm. Slechts zelden wordt gekozen voor volledige anesthesie.

Ter hoogte van het onderste duimgewricht wordt een korte snede gemaakt. Vervolgens wordt de gewrichtsband gelokaliseerd. Afhankelijk van het letsel wordt deze gehecht en opnieuw aan het bot vastgemaakt via een botanker. Eventuele losse botfragmenten worden verwijderd of vastgezet. Afhankelijk van de stabiliteit kan de arts beslissen om het gewricht tijdelijk vast te zetten met een pinnetje (K-draad). De wond wordt gesloten en er wordt er een gips(spalk) aangelegd. Hierna kan de band rondom de bovenarm weer leeglopen, zodat de bloedaanvoer naar de hand weer hersteld. Dit kan kortdurend een prikkelend gevoel geven.

  • Na de operatie krijgt u een gipsspalk aangemeten. U dient het gipsverband droog te houden. Tijdens douchen kunt u een plastic zak om de hand doen. De spalk wordt na ongeveer 10 dagen gewisseld nadat de hechtingen verwijderd zijn. De gipsspalk zit om de duimbasis, de hand en de pols.
  • U krijgt een draagdoek (mitella) aangemeten. U dient de mitella de eerste 3 dagen te dragen of de hand hoog te houden. 's Nachts hoeft u de mitella niet om en kunt u uw hand het beste op een kussen laten rusten.
  • Voor eventuele napijn kunt u paracetamol (max. 4x daags 1.000 mg) gebruiken.
  • Zelf autorijden met een gipsspalk mag niet, u bent dan niet verzekerd.
  • Het is van belang dat u de vingers regelmatig beweegt om stijfheidsklachten te voorkomen. Dit kunt u doen door 5x per dag 10 maal de vingers recht te maken en 10 maal de vingers te ontspannen en te buigen. Dit herhaalt u waarbij u de andere hand gebruikt om de vingers te helpen met bewegen. Daarnaast kunt u 5x per dag 10 maal de vingers spreiden en sluiten om het vocht uit de hand weg te pompen. Vermijd met kracht een vuist te maken.


Hersteltraject (operatieve behandeling)

  • Na vier weken gips krijgt u een afneembare spalk en start u met handtherapie. Wanneer een K-draad (pin) is geplaatst, wordt deze eerst poliklinisch verwijderd. U krijgt dan een afneembare spalk en er wordt voorzichtig gestart met oefentherapie. De oefentherapie richt zich op normale belasting na drie maanden en zware belasting na zes maanden.
  • De duur van de herstelfase na een skiduim operatie is variabel en afhankelijk van uw wondgenezing en herstel.
  • De binnenkant van de duim kan nog wat gevoelig en dik zijn tot een jaar na de operatie. Autorijden is gemiddeld weer mogelijk vanaf acht weken wanneer de spalk niet meer gebruikt wordt. Autorijden met een spalk wordt niet verzekerd, uw verzekering kan u hierover meer vertellen.
  • Na ongeveer 3 à 4 maanden is sporten weer mogelijk. De afneembare spalk dient het eerste jaar tijdens het sporten gedragen te worden. Wij raden u aan om contact/vechtsporten en intensieve stressmomenten tot zes maanden na het ontstaan van het letsel te vermijden.
  • Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig is bij aanraken en druk zetten. Deze klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk.

Handenteam
Na een skiduim operatie is er nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit spalk- en oefentherapie. Deze nabehandeling vindt plaats bij het Hand- en Pols Expertisecentrum van het Maasstad Ziekenhuis en wordt uitgevoerd door medewerkers van het handenteam. Zeer globaal duurt de nabehandeling 4-6 maanden, waarbij u de eerste weken gemiddeld 1-2 x per week wordt behandeld.

Mogelijke complicaties
Bij alle operaties bestaat een geringe kans dat complicaties zich voordoen. Voor de volledigheid noemen we de (zeer) zeldzame complicaties. Als u vragen heeft over de mogelijke complicaties, raden wij u aan om contact op te nemen met uw behandelend arts.

  • Een wondinfectie, een nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
  • Na een trauma of operatie van de hand kunnen er onbegrepen klachten ontstaan die niet direct te maken hebben met trauma of de operatie. Deze klachten omvatten roodheid, zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn. Ook kan er intolerantie ontstaan voor kou. Deze klachten komen slechts zeer zelden voor en zijn vaak tijdelijk.
  • De operatie aan een skiduim kan een lichte verstijving van het aangedane gewricht veroorzaken. Deze verstijving is goed te behandelen met oefentherapie. Een andere zeer zeldzame complicatie is een verminderd gevoel aan de binnenzijde van de duimmuis. Dit ontstaat door letsel aan zenuwtakjes.