Het gewricht tussen het midden- en eindkootje wordt het DIP-gewricht (Distale Interphalengale gewricht) genoemd. Door de aanwezigheid van een laag kraakbeen in het gewricht kunnen de botjes soepel en pijnloos langs elkaar bewegen.
We spreken van slijtage van het DIP gewricht als het gewrichtsoppervlak is versleten en de kraakbeenlaag die zorgt voor de soepele beweging tussen de botten is verminderd. DIP slijtage komt vaak voor. De oorzaak van DIP slijtage is veelal onbekend. Een eerdere breuk, een ernstige kneuzing of hypermobiliteit in dit gewricht kan de kans op het later ontwikkelen van slijtage wel vergroten.