Bij zowel de SNAC als de SLAC is er sprake van slijtage (artrose) aan vooral de duimzijde van de pols.
De bewegingen van de handwortelbeenderen (8 botjes in de pols) ten opzichte van elkaar zijn niet meer in balans. Hierdoor ontstaat onherstelbare kraakbeenschade (gewrichtslijtage). Hoe langer een SNAC of SLAC bestaat, hoe verder de gewrichtslijtage in de pols zich ontwikkelt.
Als het SL ligament (blauwe pijl) scheurt kan er instabiliteit ontstaan. Op de lange termijn kan uitgebreide slijtage ontstaan van de aanliggende gewrichten (geel).
Het scaphoid (blauw) is gebroken en behoeft zorgvuldige behandeling. Bij een onbehandelde of niet goed behandelde breuk kan uitgebreide slijtage van aangrenzende gewrichten (geel) ontstaan.