Bij een aantal kinderen kent de taalontwikkeling een vertraagd of afwijkend verloop.
Taal- en spraakproblemen bij kinderen
Taal- en spraakproblemen bij kinderen
Goede communicatieve vaardigheden en een normale taalontwikkeling zijn belangrijk voor de overdracht van informatie, kennis en gevoelens. Bovendien is taal een belangrijke voorwaarde voor kinderen om goed te leren lezen, schrijven en rekenen.
Betrokken afdelingen en vakgroepen
Taalontwikkelingsstoornis
Als een medisch probleem, een verstandelijke handicap of een psychische stoornis de vertraging of afwijking veroorzaakt, dan spreken logopedisten van een secundaire taalontwikkelingsstoornis.
In andere gevallen is er sprake van een primaire taalontwikkelingsstoornis. De stoornis kan zowel de ontwikkeling van de taalvorm (vervoegingen en zinsbouw), de taalinhoud (woordenschat) als het taalgebruik (de manier waarop de taal gebruikt wordt in het dagelijks leven) betreffen.
Spraakprobleem
Een spraakprobleem (fonologische stoornis) is een probleem met het tijdig aanleren van de regels en spraakklanken van een taal. Een kind is bezig de volwassen taal te leren en past hierdoor aanvankelijk taalregels toe die vereenvoudigd zijn. Zo kun je een kind wel eens ‘tip’ horen zeggen terwijl het kind ‘kip’ bedoeld of een kind dat de ‘r’ uitspreekt als een ‘j’ of ‘w’. Dit zijn normale vereenvoudigingregels.
Wanneer deze vereenvoudigde taal langdurig gebruikt wordt terwijl het kind in zijn/haar (talige) ontwikkeling verder geen problemen heeft, dan spreekt men over een fonologische stoornis. Je zou kunnen verwachten dat een normaal ontwikkelend kind van vier jaar geen vereenvoudiging meer gebruikt.
Logopedie bij taal- en spraakproblemen
De logopedische behandeling is indirect en/of direct. Bij een indirecte therapie legt de logopedist de ouders uit hoe ze het kind tot spreken kunnen stimuleren. Bij directe logopedische therapie traint de logopedist het taalbegrip en verbetert het luistergedrag; er wordt gewerkt aan woordenschat, zinsbouw en uitspraak. In de therapie wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind, de eventuele bijkomende problemen en de mogelijkheden in het gezin van het kind.
Meertalige kinderen kunnen een spraak- en/of taalachterstand hebben in het Nederlands, maar ook in de eerste (eigen) taal. Wanneer er een stoornis of achterstand is in de eerste taal, zal ook de tweede taalontwikkeling verstoord verlopen. De meeste kinderen kunnen overigens prima twee talen tegelijk leren.
Vroegtijdige onderkenning van de taalproblemen in de voor- en vroegschoolse periode en begeleiding van de kinderen en hun ouders, bevordert de spraak- en taalontwikkeling en verbetert de kansen van deze kinderen.
Onderzoek
De logopedist doet uitgebreid onderzoek naar de taal en de spraak van het kind. Daarbij worden gestandaardiseerde testen gebruikt.
Met behulp van diverse spraak- en taaltesten (zoals de Schlichting Test voor taalbegrip en taalproductie en het Nederlands Articulatie Onderzoek (NAO)) kan bekeken worden of en in hoeverre de spraak- en/of taalontwikkeling achter loopt. Aan de hand van de testuitkomsten wordt het beginniveau van de taaltherapie bepaald.
Verder kan aanvullend onderzoek en eventueel behandeling door een kinderarts, Keel-, Neus-, Oor-arts of een multidisciplinair team op een audiologisch centrum nodig zijn.
Behandeling
Wanneer er logopedische behandeling nodig is, worden er behandeldoelen opgesteld. Deze doelen worden geheel afgestemd op uw kind.
Bij sommige kinderen is het belangrijk dat er eerst een band wordt opgebouwd met de logopedist voordat het daadwerkelijke oefenen kan beginnen.
De logopedische therapie kan bestaan uit het richten van auditieve aandacht, het verbeteren van het taalbegrip, het leren ontdekken van grammaticale regels, het creatief leren omgaan met deze regels en het uitbreiden van de woordenschat. De precieze inhoud van de behandeling verschilt bij elk kind, omdat de behandeling wordt aangepast aan het ontwikkelingsniveau en interesse van uw kind. Afhankelijk van de ernst van de taalontwikkelingsstoornis zal uw kind één à twee keer per week een halfuur voor behandeling komen.
De behandeling kan direct of indirect zijn. Bij een directe behandeling doet de logopedist oefeningen met uw kind om de taal te stimuleren. Daarnaast geeft de logopedist u aanwijzingen voor taalstimulatie thuis; dan spreken we van een indirecte behandeling.
Gedurende de behandelperiode onderhoudt de logopedist nauw contact met de leerkracht van uw kind. De logopedist ontvangt van de leerkracht informatie over het functioneren van het kind in de groep en geeft informatie over de logopedische behandeling.
In het belang van de voortgang van de behandeling is het nodig dat er thuis regelmatig (liefst dagelijks) geoefend wordt. Oefenen bij de logopedist alleen is niet voldoende om resultaat te behalen. Behalve van u, leert uw kind ook taal van de leerkracht en andere volwassenen in zijn/haar omgeving. Voor de continuïteit van de logopedische behandeling is het nodig dat er iedere week een afspraak wordt gemaakt en dat u uw afspraken nakomt.