Topletsel

Topletsel

Letsel aan de vingertop geeft functionele en cosmetische klachten.

Een vingertopletsel kan op verschillende manieren veroorzaakt worden. Er wordt o.a. onderscheid gemaakt tussen ´crush’ letsel (waarbij de vinger bijvoorbeeld tussen een deur is gekomen) en ‘scherp’ letsel (waarbij er bijvoorbeeld met een mes een snede in de vingertop is gemaakt).

Mogelijke onderzoeken bij Topletsel

Betrokken afdelingen en vakgroepen


U bespreekt uw klachtenpatroon met uw arts. Tijdens het onderzoek van de vingertop wordt het letsel beoordeeld aan de hand van de locatie, de grootte van het letsel en de betrokkenheid van de diverse structuren zoals de huid, nagel, nagelbed, pees en pulpa (het zachte deel van de vingertop). De huid aan de palmzijde van de vingertop heeft extra veel zenuwuiteinden, die zijn belangrijk voor het gevoel. Dit gevoel wordt getest, evenals de bloedvoorziening en de beweeglijkheid.

In geval van verdenking op een breuk wordt een röntgenfoto gemaakt. Het is zelden nodig verder onderzoek te doen.

Niet-operatieve behandeling

Een topletsel is ontsierend en kan een belemmering in de functie geven. De belangrijkste behandeldoelen zijn dan ook functieherstel met behoud van het gevoel en een acceptabel cosmetisch resultaat. Afhankelijk van de wens van de patiënt en de verwonding wordt een keuze gemaakt voor een type behandeling.

De niet-operatieve behandeling betreft het schoonmaken en verbinden van de wond. De wond groeit vanuit de wondranden dicht. Dit kan enige weken in beslag nemen.  

Operatieve behandeling

Er zijn diverse operatieve behandelingsopties:

  • Bij jonge kinderen is het mogelijk een geamputeerd topje terug te plaatsen. Er bestaat een goede kans dat het topje weer van bloed wordt voorzien. Mocht het topje niet ‘overleven’ dan kan het topje als een natuurlijk verband dienen. Meestal zal het topje er dan na een paar weken afvallen en groeit eronder nieuwe huid.
  • De wond kan gesloten worden, waarbij het soms nodig is het nagelbed te herstellen, en eventueel de botbreuk te ‘pinnen’.
  • Huidtransplantatie. Huid (van bijvoorbeeld een andere vinger of de arm) wordt verplaatst naar de vingertop en moet hier weer ingroeien.
  • Weefselverplaatsing. Huid en onderhuids weefsel worden verplaatst of verschoven van een ‘gezond’ gedeelte op de aangedane vinger naar het defecte deel van de vinger.
  • Cross finger lap. Huid en onderhuids weefsel worden omgeklapt van een naburige vinger naar het defecte deel van de aangedane vinger. Deze weefsellap blijft vastzitten aan de oorspronkelijke vinger zodat er goede bloedvoorziening is. Op de plek waar de weefsellap vandaan is gehaald wordt een stuk huid gelegd (huidtransplantaat). Na enkele weken heeft de weefsellap op de aangedane vinger zelf een bloedvoorziening opgebouwd en kan de verbinding met de naburige vinger worden verbroken.
  • Amputatie van (een deel) van de vinger. De vinger kan ingekort worden en dicht gehecht worden. Getracht zal worden om voor de vinger zoveel mogelijk lengte te behouden.

Voor de operatie
Indien de (vaak acute) situatie dit toelaat, dient u voor de operatie rekening te houden met onderstaande zaken:

  • Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met aankleden en/of vervoer naar huis.
  • Draag geen sieraden of nagellak.
  • Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
  • Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts.
  • Stop in overleg met de arts enkele dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit één dag na de operatie weer hervatten.

De operatie
Tijdens de operatie ligt u op uw rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt poliklinisch onder lokale verdoving of in dagbehandeling onder verdoving van de gehele arm. Slechts zelden wordt gekozen voor volledige anesthesie. Afhankelijk van de operatie wordt er na de operatie een verband of gipsverband aangelegd.

  • Na de operatie krijgt u een verband aangemeten.
  • U dient het verband droog te houden. Tijdens douchen kunt u een plastic zak om de hand doen. Het verband wordt na ongeveer 10 dagen tegelijkertijd met de hechtingen verwijderd. 
  • U dient de hand de eerste dagen hoog te houden. Dit kan met de hulp van een mitella/sling. 's Nachts kunt u uw hand het beste op een kussen laten rusten.
  • Voor eventuele napijn kunt u paracetamol (max. 4 x daags 1.000 mg) gebruiken. Indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling.
  • Zelf autorijden met het drukverband mag niet, u bent dan niet verzekerd.


Hersteltraject
De duur van de herstelfase na de operatie aan topletsel is variabel en afhankelijk van uw wondgenezing en herstel, maar zal zeker enige weken in beslag nemen. Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig zijn bij aanraken en druk zetten. Het litteken kan ook hard aanvoelen. Deze klachten zijn vaak tijdelijk.

Handenteam
Na een operatie aan een topletsel is soms nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit spalk en/of oefentherapie. Deze nabehandeling vindt plaats bij het Hand- en Pols Expertisecentrum van het Maasstad Ziekenhuis en wordt uitgevoerd door medewerkers van het handenteam.

Mogelijke complicaties
Bij alle operaties bestaat een geringe kans dat complicaties zich voordoen. Voor de volledigheid noemen we de (zeer) zeldzame complicaties. Als u vragen heeft over de mogelijke complicaties, raden wij u aan om contact op te nemen met uw behandelend arts.

  • Een wondinfectie, een nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
  • Na een trauma of operatie van de hand kunnen onbegrepen klachten ontstaan die niet direct te maken hebben met trauma of de operatie. Deze klachten omvatten roodheid, zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn.
  • De aangedane vinger, maar ook de overige vingers kunnen stijfheid vertonen. Met oefentherapie is deze stijfheid vaak weer te verhelpen.
  • Er bestaat een kans op intolerantie voor kou na een topletsel (koude-intolerantie). Deze klachten kunnen enkele maanden tot jaren duren. De klachten zijn meestal tijdelijk.
  • Na een topletsel kan een verminderd gevoel in de vingertop ontstaan of een pijnlijk zenuwuiteinde (neuroom).