Borstamputatie

Borstamputatie

Het mamma-team is tot de conclusie gekomen dat een borstamputatie de beste optie voor u is. De chirurg/nurse practitioner en de mammacareverpleegkundige zullen u uitgebreid vertellen wat u hierbij te wachten staat en wat de gevolgen kunnen zijn.

Bij een borstamputatie wordt het gehele borstweefsel met de huid en de tepel verwijderd. Tijdens dezelfde operatie wordt de schildwachtklier, en indien noodzakelijk alle oksellymfeklieren verwijderd.

Het weefsel wordt onderzocht in het laboratorium. Er wordt gekeken of de snijranden van het verwijderde borstweefsel vrij zijn van kwaadaardige cellen en of er uitzaaiingen in de lymfeklier(en) zijn. Tevens wordt gekeken of de tumor rustig of agressief is.

Na de operatie kan uw borsthuid minder gevoelig zijn. Het normale aanzicht van uw borst kan worden hersteld door een uitwendige prothese in uw BH.

U kunt er ook voor kiezen om een borstreconstructie door de plastisch chirurg uit te laten voeren na of tijdens de borstamputatie.

Na de operatie zal beoordeeld worden of u nabehandeld moet worden met radiotherapie, hormoontherapie of chemotherapie.

Bij een borstsparende operatie wordt de tumor uit de borst verwijderd. Tijdens dezelfde operatie wordt de schildwachtklier en indien noodzakelijk alle oksellymfeklieren verwijderd.

Schildwachtklier

De schildwachtklier is de eerste lymfeklier waar cellen vanuit een tumor in terecht komen. Indien er voorafgaand aan de operatie bij de echo van de oksel geen uitzaaiingen in de okselklieren zijn aangetoond, de tumor niet te groot is en u niet eerder operaties aan de borst hebt ondergaan, wordt ter controle hiervan tijdens de borstoperatie de schildwachtklier verwijderd.

Tijdens de operatie wordt de klier door de patholoog-anatoom bekeken op de aanwezigheid van uitzaaiingen. U krijgt een injectie met een licht radioactieve, blauwgekleurde stof en met een speciale camera (gammacamera) is de ingespoten vloeistof te zien, die zich door uw lichaam verspreidt. Na een halfuur tot een uur wordt de schildwachtklier zichtbaar.

Indien er uitzaaiingen aanwezig zijn, zullen tijdens dezelfde operatie de resterende okselklieren verwijderd worden. Wanneer er geen uitzaaiingen worden aangetoond kunnen alle overige oksellymfeklieren bespaard blijven.

Oksellymfeklieren

Indien voorafgaand aan de operatie uitzaaiingen in één van de oksellymfeklieren zijn vastgesteld of indien tijdens of na de operatie de schildwachtklier aangetast blijkt te zijn, zullen alle resterende oksellymfeklieren worden verwijderd.

Een hormonale therapie (eigenlijk ‘anti-hormoon’-therapie) is een systemische therapie, die doorwerkt in het hele lichaam. Hormonale therapie wordt toegepast bij hormoongevoelige tumoren, die (extra) groeien onder invloed van de vrouwelijke hormonen oestrogeen of progesteron.

Bij ongeveer dertig procent van de vrouwen die nog menstrueren is de tumor hormoongevoelig. Bij vrouwen ná de overgang is dit percentage nog hoger, ongeveer 65 procent.

Wanneer wordt hormoontherapie gegeven?

Hormoontherapie wordt gegeven na operatie en/of bestraling en/of chemotherapie. Het is bedoeld om mogelijk (nog) aanwezige, maar nog niet zichtbare kankercellen te doden. Hormoontherapie kan echter zowel als adjuvante en als palliatieve behandeling gegeven worden.

Bij iedere behandeling worden nut en noodzaak afgewogen tegen de bijwerkingen. Die zijn vaak ingrijpend en dat geldt ook voor hormoontherapie. Uit onderzoek ontstaan steeds nieuwe inzichten over wat de beste samenstelling is en wanneer welke hormoontherapie gegeven moet worden.

Betrokken afdelingen en vakgroepen