Bovenooglidcorrectie

Bovenooglidcorrectie

Bij veel mensen wordt in de loop van de tijd de huid bij het bovenooglid wat slapper en meer uitgerekt. Dit kan klachten veroorzaken zoals een beperking van het gezichtsveld doordat de huid over de ooglidrand hangt, een vermoeid uiterlijk, tranende/droge ogen, een sombere blik en hoofdpijn.

Vlak voor de operatie tekent de arts het huiddeel af dat weggenomen zal worden. De ingreep vindt plaats onder lokale verdoving (dit zijn enkele kleine verdovingsprikken).

De operatie bestaat uit het wegnemen van het huid- en spieroverschot, al dan niet gecombineerd met het verwijderen of verplaatsen van het overtollige vetweefsel. Het grootste deel van het litteken komt te liggen in de natuurlijke plooi van het bovenooglid. Deze littekens trekken bij en zijn vrijwel altijd onopvallend.

Voor meer informatie over een bovenooglidcorrectie verwijzen wij u naar de patiëntenfolder, onderaan de pagina.

De oogleden kunnen langere tijd gezwollen blijven. Het kan een half jaar duren voordat de zwelling geheel is weggetrokken. Ook kunt u langdurig een doof gevoel van de huid van de oogleden hebben en kunnen de littekens strak aanvoelen.

U kunt uw oogleden masseren. De massage helpt bij het afvoeren van het vocht in uw oogleden (de zwelling) en helpt bij het genezen van de littekens.

In de video 'Ooglidmassage na ooglid­correctie' legt huidtherapeut Ester Peters uit hoe u deze massage kunt doen. Klik hier om de video te bekijken.

Betrokken afdelingen en vakgroepen