De ergotherapie is in deze fase gericht op het verbeteren van bewegingen en handelingen die nodig zijn voor de dagelijkse activiteiten. Denk hierbij aan het verwerken van de zintuiglijke prikkels in samenspel met bewegingen, zoals voelen, evenwicht bewaren, bewogen worden (bijvoorbeeld meerijden in een auto), het strekken en buigen van de vingers, het opstaan van het toilet en gaan zitten, evenals het omdraaien in bed.
Ergotherapie
Ergotherapie
Ergotherapeutische behandelingen zijn erop gericht om de belangrijke fases - herstel, ontwikkeling, aanpassing, preventie en leren omgaan met klachten - zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Hieronder vindt u informatie over deze fases.
Herstel
Ontwikkeling
Als verbetering van bewegingen en handelingen niet (meer) mogelijk is, dan leert de ergotherapeut u hoe u bewegingen en handelingen op een nieuwe of andere manier kunt uitvoeren. Zoals het aanleren van aardappels schillen, schoenveters strikken, knippen en schrijven met één hand.
Aanpassing
Kunt u bewegingen en handelingen niet meer verbeteren of op een andere of nieuwe manier aanleren, dan kijkt een ergotherapeut naar aanpassingen van de omgeving, of van het materiaal. Dit kan zijn door kleine hulpmiddelen zoals speciaal bestek, een kousenaantrekker of sleutelverdikker, maar ook door woningaanpassingen zoals een toiletverhoging of drempels verwijderen. Zelfs de werkplek kan aangepast worden (stoel, schuin werkblad of computer).
Preventie (voorkomen van klachten)
Uw dagelijkse handelingen voert u uit op de manier die u gewend bent, maar soms is die manier niet goed voor uw lichaam. Hier zal de ergotherapeut u op wijzen. U krijgt adviezen om klachten te voorkomen of om aanwezige klachten te verminderen. Deze adviezen kunnen gaan over gewrichtsbescherming (pannen afgieten, potjes openmaken) en ergonomische principes (hoe u iets tilt of van de grond pakt zonder de rug teveel te belasten).
Leren omgaan met klachten
Heeft u lichamelijke en/of andere klachten zoals psychosociale klachten, dan kunt u in uw dagelijks leven allerlei praktische problemen ondervinden. U kunt bijvoorbeeld moeite hebben om uw energie te verdelen over een dag of een week, of om bezoek te ontvangen, omdat u regelmatig pijn hebt. U kunt geen zin meer hebben om te winkelen, omdat er geen rustpunten zijn of omdat u niet durft aan te geven dat u even moet zitten. Door dit soort situaties krijgt u het gevoel steeds over uw grenzen te gaan. De ergotherapeut kan u leren uw grenzen te herkennen en te bewaken, ook naar mensen in uw omgeving toe.