Insulinetherapie

Insulinetherapie

De diabetesverpleegkundige oefent met u bepaalde vaardigheden, zoals het leren injecteren van insuline of het gebruik van de insulinepomp. Naast de diabetesverpleegkundige, komt u ook in contact met de diëtiste. Deze neemt met u het voedingspatroon door en geeft hierbij tips.

Er zijn meerdere soorten insulinepennen van verschillende fabrikanten: voorgevulde en navulbare. Beide bestaan uit een pen waarop een wegwerpnaaldje geschroefd kan worden.

Verder heeft de pen een doseerknop om de dosis te regelen. Het verschil is dat een voorgevulde pen bij levering gevuld is met insuline. Wanneer de pen leeg is wordt deze weggegooid. Een hervulbare pen bevat een ampul met insuline die vervangen kan worden wanneer deze leeg is. De voorraad dient u in de koelkast te bewaren. De pen die u gebruikt is één maand buiten de koelkast houdbaar.

Om huidbeschadigingen te voorkómen moet steeds op een iets andere plek worden gespoten.

Een insulinepomp is een apparaat waarin een houdertje met snelwerkende insuline zit. Daaraan gekoppeld zit een slangetje (katheter). Aan het eind van dit slangetje zit een naald die onderhuids, meestal in de buik, wordt geprikt. Een insulinepomp geeft continu een kleine hoeveelheid insuline af. U kunt de pomp bijvoorbeeld aan de broekriem dragen.

U kunt de af te geven hoeveelheid insuline aanpassen. De pomp wordt onder begeleiding door uzelf geprogrammeerd tijdens het zogenaamde educatietraject. De pomp kan ongeveer twee uur zonder problemen worden afgekoppeld, bijvoorbeeld als u gaat sporten.

Voordelen

  • Betere (stabielere) bloedglucoseregulatie (en daarmee een daling van het HbA1c)
  • Meer flexibiliteit en verbetering van kwaliteit van leven
  • Vermindering van het aantal injectie

Nadelen

  • De insulinepomptherapie vraagt van u veel aandacht, zorg en een actieve houding
  • Voor een optimale regulatie dient minimaal vier keer per dag de bloedglucose bepaalde te worden
  • U bent 24 uur per dag gekoppeld aan een insulinepomp

Voorwaarden om te kunnen starten

Het voorstel om tot insulinepomptherapie over te gaan kan door uzelf, de internist of de diabetesverpleegkundige worden aangedragen. In een of meerdere gesprekken met de diabetesverpleegkundige wordt nagegaan of aan de voorwaarden voor het starten met insulinepomptherapie wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn:

  • U heeft voldoende inzicht in het ziektebeeld Diabetes Mellitus.
  • U gebruikt vier keer daags insuline.
  • U doet aan zelfcontrole (minimaal vier keer per dag de bloedglucose controleren) en beheerst zelfregulatie. Het beheersen van zelfregulatie houdt in: het aanpassen van de insulinedosis bij wisselend koolhydratengebruik, het kunnen omgaan met ontregelende factoren, zoals inspanning en ziekte en het bijregelen bij hoge waardes.
  • U beheerst het tellen van koolhydraten. Indien u langer dan één jaar geleden een diëtiste heeft bezocht, wordt u doorverwezen naar de diëtiste voor het opfrissen van de educatie over voeding. Indien u het koolhydraten tellen niet goed beheerst, wordt altijd een afspraak gemaakt bij de diëtiste.
  • De huid en de spuitplaatsen zijn in goede staat.
  • U bent voldoende gemotiveerd!

Als u niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet, of er sprake is van een ernstige taalbarrière, retinopathie (aantasting netvlies; in overleg met de oogarts) of psychologische/sociale/cognitieve factoren die een belemmering kunnen vormen, wordt insulinepomptherapie niet gestart.

Van start met de insulinepomp

Wanneer u de mogelijkheden wilt verkennen, starten we het educatietraject. We geven u informatie over de therapie en u krijgt voldoende ruimte om vragen te stellen. Daarna volgt een technische instructie en meerdere afspraken om omgaan met de insulinepomp te leren. Het aansluiten van de insulinepomp gebeurt pas als u de bediening volledig onder de knie heeft.

Met een keuzehulp kunt u zich voorbereiden op uw afspraak. Vul de keuzehulp uiterlijk 2 dagen voor uw (volgende) afspraak in.

U krijgt meer informatie over de voor- en nadelen van een insulinepen en een insulinepomp. Ook krijgt u vragen waardoor u inzicht krijgt in wat in uw situatie mogelijk de beste optie is. De resultaten kunt u bespreken met uw zorgverlener.

Voor deze keuzehulp moet u zich eenmalig registreren en een wachtwoord aanmaken. Daarna kunt u direct met de keuzehulp aan de slag. 

U vindt de keuzehulp hier. 

Betrokken afdelingen en vakgroepen