Dit kan zowel afzonderlijk als in combinatie. Pijnstillers kunnen op meerdere manieren worden toegediend: tabletten (oraal) en zetpillen (rectaal), injectie onder de huid (subcutaan) of in de spier van het bovenbeen (intramusculair), in de bloedbaan via het infuus (intraveneus) en in de rug via een katheter (epiduraal).
Pijnstilling na operatie
Pijnstilling na operatie
De grootte en de plaats van de wond zijn bepalend voor de mate waarin u na de ingreep pijn kunt hebben. Pijn vertraagt het genezingsproces. Daarom wordt geprobeerd pijn te voorkomen of zo goed mogelijk te bestrijden. Hiervoor kunnen verschillende vormen van pijnbestrijding worden gebruikt.
Patient Controlled (Epidural) Analgesia
In bepaalde gevallen kunt u zelf de pijnstilling regelen.
Bij ernstigere pijn wordt, naast de tabletten of zetpillen, een morfine-achtig medicament gegeven. Deze kan op de verpleegafdeling worden toegediend met een injectie, maar er bestaat ook de mogelijkheid de toediening zelf te regelen. Dit heet Patient Controlled (Epidural) Analgesia.
Bij Patient Controlled Analgesia (PCA) wordt op het infuus een pomp aangesloten die u met een drukknop kunt bedienen. Elke keer als u op de knop drukt, krijgt u via de pomp een kleine hoeveelheid pijnstiller toegediend. De pomp is zo ingesteld dat u zichzelf niet te veel kunt toedienen.
Bij Patient Controlled Epidural Analgesia (PCEA) wordt op de epiduraal catheter in de rug een pomp aangesloten die niet alleen een constante hoeveelheid pijnstiller geeft, maar waarmee u zichzelf ook kleine extra hoeveelheden kunt toedienen. Ook deze pomp is zo ingesteld dat u niet te veel kunt krijgen.
Pijnscore
Pijn is een persoonlijke ervaring.
Veel mensen vinden het moeilijk om aan te geven hoeveel pijn zij hebben. Daarom maken wij gebruik van een pijnscore waarbij u met een cijfer op een schaal van 0 tot 10 aangeeft hoeveel pijn u heeft. Bij 0 heeft u geen pijn en 10 is de ergste pijn die u zich kunt voorstellen (1 tot 4 weinig pijn, 5 tot 7 veel pijn, 8 tot 10 ernstige pijn).
De pijnbestrijding na de operatie begint op de uitslaapkamer. De verpleegkundige zal u vragen een pijnscore te geven. Zo nodig krijgt u pijnstilling. Het streven is dat u een pijnscore van 4 of lager heeft, voordat u naar de verpleegafdeling gaat. De ervaring leert dat de pijn bij een score van 4 of lager acceptabel is en dat u bij een dergelijke pijn goed kunt bewegen, doorademen en ophoesten.
Op de verpleegafdeling wordt u tweemaal per dag gevraagd een pijnscore te geven. Als u PCA of een epiduraal katheter heeft, komt iedere dag ook iemand van het pijnteam bij u langs om het effect ervan te evalueren. Wanneer de pijnstilling onvoldoende is, wordt de pijnbestrijding aangepast.
Het is belangrijk dat u laat weten hoe het met de pijn is. Heeft u pijn, wacht dan niet tot iemand ernaar vraagt. Het is beter en makkelijker om pijn te voorkomen dan om pijn te bestrijden.