Sclerocompressietherapie

Sclerocompressietherapie

Sclerocompressietherapie is het ‘wegspuiten’ van de spataderen. Deze behandeling wordt toegepast op oppervlakkige zichtbare aderen.

Op de polikliniek krijgt u steunkousen klasse twee of een recept hiervoor mee. Deze moet u thuis passen en meenemen op de dag van behandeling.

Smeert u op de dag van behandeling alstublieft geen crème of zalf op het been.

U krijgt een vloeistof in de spatader gespoten. De ader wordt dichtgedrukt met een klein verbandje.

Binnen enkele weken zal de ader verschrompelen. Om te voorkomen dat de ader weer opengaat, krijgt u direct na de behandeling de steunkous aan.

De steunkousen en drukverbandjes moeten minimaal 24 uur gedragen worden om te voorkomen dat bloed en vloeistof uit de aders lekken. Na 24 uur mag u de drukverbandjes verwijderen.

Tot drie weken na de behandeling blijft u de steunkous overdag dragen. ’s Nachts, wanneer u naar bed gaat, mogen ze uit. Na de behandeling kunnen de aderen door de ingespoten vloeistof nog een poosje zichtbaar en voelbaar zijn. Probeert u langdurig stilstaan of zitten te vermijden. In beweging blijven bevordert de afvoer van de afvalstoffen na de behandeling.

Zeer zeldzaam is een allergische reactie op het ingespoten medicijn Lauromacrogol 400. De reactie bestaat uit licht worden in het hoofd tot benauwdheid en shock.

Soms ontstaat na de inspuiting een rode verkleuring van de huid. Deze verdwijnt echter vanzelf weer. Ook kunnen soms bruine vlekken optreden na het inspuiten. Die kunnen na lange tijd nog spontaan verdwijnen.

Betrokken afdelingen en vakgroepen