Door het uitvoeren van een autologe stamceltransplantatie blijft bij jongere mensen de ziekte langer weg en is er een grotere kans op langdurige overleving. Voor meer informatie verwijzen we u graag naar de patiëntenfolder onderaan de pagina.
Stamceltransplantatie
Stamceltransplantatie
Patiënten met onder andere een multipel myeloom die jonger zijn dan 70 jaar, krijgen vaak een zware behandeling met chemotherapie gevolgd door een autologe stamceltransplantatie.
Autologe stamceltransplantatie
Bij een autologe stamceltransplantatie krijgt u uw eigen stamcellen weer terug na een behandeling met chemotherapie.
Door de chemotherapie zijn uw stamcellen in het beenmerg kapot gegaan. Daarom geven we de stamcellen die we vóór de chemotherapie bij u af hebben genomen weer aan u terug na de behandeling. De teruggegeven stamcellen zoeken hun weg terug naar het beenmerg en zullen zich daar nestelen. De stamcellen hebben ongeveer 2 tot 3 weken nodig om uit te groeien tot bloedcellen. In de tussentijd, de periode van herstel, krijgt u afhankelijk van uw bloeduitslagen bloed- en bloedplaatjestransfusie.
Herstelperiode
In de herstelperiode na de zware behandeling kan u veel last van krijgen van bijwerkingen van de chemotherapie.
Daarnaast bent u erg gevoelig voor infecties, doordat uw beenmerg tijdelijk niet functioneert. Hiervoor krijgt u een combinatie van antibiotica, antivirale en antischimmel middelen. Deze herstelperiode brengt u door in beschermende isolatie op de afdeling Oncologie/Hematologie.
Voor een bepaalde groep patiënten is het mogelijk dat zij de herstelperiode thuis doorbrengen. De meeste mensen ervaren de thuissituatie als prettiger. Ze eten en drinken vaak beter en het infectierisico is thuis kleiner dan in het ziekenhuis. De patiënten komen 3 keer per week voor controle in het ziekenhuis, en krijgen als het nodig is transfusies waarna zij weer naar huis mogen. Of u in aanmerking komt voor het ambulante traject (thuis herstellen) wordt bepaald in samenwerking met het Erasmus MC.