Uitgezaaide prostaatkanker

Uitgezaaide prostaatkanker

Als bij u de diagnose prostaatkanker is vastgesteld met de aanwezigheid van uitzaaiingen is het niet meer mogelijk om de ziekte te genezen. Wel kan met behulp van medicatie en evtueel chemotherapie de ziekte onderdrukt worden gedurende verschillende jaren.

De verschillende behandelingen en neveneffecten van deze behandelingen worden hieronder toegelicht.


De groei van kankercellen kan worden afgeremd als de productie van het mannelijk hormoon testosteron wordt verminderd of stilgezet. De productie hiervan vindt plaats in de zaadballen en in de bijnieren.

Dit kan door het testosteron producerend weefsel in de zaadballen operatief te verwijderen (subcapsulaire orchidectomie). Er zijn ook medicijnen die kunnen worden toegediend via een injectie of tablet die hetzelfde doel hebben: de productie van testosteron stil leggen of de gevoeligheid van de kankercellen voor testosteron blokkeren. Deze medicijnen worden anti-androgenen of LH-RH analogen genoemd.

De meest voorkomende bijwerkingen

  • vermoeidheid;
  • hoofdpijn;
  • gevoelige, eventueel vergroting van de borsten bij langdurig
    gebruik van anti-androgenen (tabletten);
  • de haargroei wordt minder en het haar wordt zachter;
  • opvliegers;
  • minder zin in vrijen;
  • erectiestoornissen door een sterk verminderde productie van
    testosteron;
  • stemmingswisselingen zoals depressieve gevoelens;
  • tijdelijk misselijk (in de beginfase van de behandeling);
  • verandering in lichaamsgewicht (met name gewichtstoename, kan ook door vocht vasthouden);
  • verandering in botstofwisseling bij langdurig gebruik (hierdoor kan botontkalking ontstaan).

Ongeveer 5% van de testosteronproductie vindt plaats in de bijnieren. Om de werking van dit nog circulerend testosteron te onderdrukken, kunnen deze zogenaamde anti-androgenen bijgegeven worden. Bijwerkingen kunnen onder andere zijn vergroting van de borsten met gevoelige tepels. Dit kan voorkomen worden door beide borstklieren (een gebiedje rond de tepels) eenmalig te bestralen.

Chemotherapie is de behandeling van kanker met celdeling remmende medicijnen (cytostatica). Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen invloed op de celdeling.

De medicijnen verspreiden zich via het bloed door uw lichaam en kunnen op vrijwel alle plaatsen kankercellen bereiken. De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld via een infuus, tablet of per injectie.

Behandeling

Sommige patiënten met uitgezaaide prostaatkanker, bij wie hormoonbehandeling geen effect (meer) heeft, komen in aanmerking voor chemotherapie onder behandeling van een oncoloog. Als de behandeling aanslaat, leidt dit tot een iets langere levensduur en een betere kwaliteit van leven. Of u in aanmerking komt voor deze behandeling, kunt u het beste bespreken met de uroloog.

Bijwerkingen

Cytostatica tasten naast kankercellen ook gezonde cellen aan. Daardoor treden onaangename bijwerkingen op:

  • haaruitval;
  • misselijkheid;
  • braken;
  • darmstoornissen;
  • verhoogd risico op infecties;
  • veranderingen aan uw huid en nagels (jeuk, droge huid,
    brokkelende nagels);
  • vermoeidheid.

Acute misselijkheid en overgeven zijn meestal te bestrijden met medicijnen. De bijwerkingen verminderen doorgaans geleidelijk, nadat de cytostatica toediening is beëindigd. Vermoeidheid kan na uw behandeling echter nog lang aanhouden. Of, en in welke mate u last krijgt van bijwerkingen, hangt af van de soort en hoeveelheid cytostatica die u krijgt. De oncologieverpleegkundigen kunnen u uitgebreid over chemotherapie vertellen en de nodige begeleiding bieden tijdens deze behandeling.

In een laat stadium kan prostaatkanker bepaalde klachten veroorzaken die soms met speciale medicijnen te verhelpen zijn.

De uroloog werkt nauw samen met een team van diverse medisch specialisten, zoals de oncoloog en radiotherapeut om uw behandeling te optimaliseren. Zo nodig wordt u voor behandeling doorverwezen.

Het kan gebeuren dat bij u of bij uw arts de indruk bestaat dat de belasting of de mogelijke bijwerkingen of gevolgen van een behandeling niet (meer) opwegen tegen de te verwachten resultaten.

Hierbij speelt het doel van uw behandeling vaak een rol. Het maakt natuurlijk verschil of de behandeling als doel heeft om genezing te bereiken (curatief), vermindering van uw klachten (palliatief) of dat er sprake is van een aanvullende behandeling. Bij een curatieve behandeling accepteert u misschien meer bijwerkingen of gevolgen. Als een palliatieve behandeling wordt geadviseerd, dan wilt u de kwaliteit van uw leven bij uw beslissing betrekken. En bij een aanvullende behandeling speelt de afweging of de belasting van een behandeling in verhouding staat tot het mogelijke risico van terugkeer van de ziekte.

Als u twijfelt aan de zin van (verdere) behandeling, bespreek dit dan in alle openheid met uw specialist of huisarts. Iedereen heeft het recht om af te zien van (verdere) behandeling. Uw specialist geeft u de noodzakelijke medische zorg en begeleiding om de hinderlijke gevolgen van uw ziekte zo veel mogelijk te bestrijden.

De overlevingspercentages van mannen met prostaatkanker lopen sterk uiteen en zijn onder meer afhankelijk van het stadium waarin de ziekte is ontdekt.

Van alle mannen met prostaatkanker is de vijfjaarsoverleving ongeveer 80%. Als er geen uitzaaiingen zijn bij het vaststellen van de ziekte, is dit percentage hoger. Als iemand wel uitzaaiingen heeft, is dit percentage lager. Vaak kan de ziekte lange tijd tot staan worden gebracht. De lengte van die periode is vooral afhankelijk van de uitgebreidheid van de ziekte.

Vermoeidheid

Door de ziekte maar ook door de behandeling van kanker kan vermoeidheid ontstaan. Veel mensen geven aan hiervan last te hebben. Sommigen krijgen enige tijd na de behandeling nog last van extreme vermoeidheid. De vermoeidheid kan lang aanhouden. Wanneer de ziekte vergevorderd is, kan de vermoeidheid ook te maken hebben met het voortschrijdende ziekteproces.

Pijn

In het begin van de ziekte hebben veel mensen geen pijn. Als de ziekte zich uitbreidt en er sprake is van uitzaaiingen, kan wel pijn optreden. Pijn is een ingewikkeld verschijnsel. Er treedt een pijnprikkel op bijvoorbeeld omdat een tumor op de zenuw drukt. Hierdoor ervaart u lichamelijk pijn. Maar pijn heeft ook sociale en emotionele kanten. Over pijn bij kanker bestaan nogal wat misverstanden. Zo wachten mensen soms (te) lang met het gebruiken van pijnstillers. Ze zijn bang dat niets meer voldoende helpt als de pijn toeneemt of om verslaafd te raken. Echter, pijn kan grote invloed hebben op uw leven. Het is belangrijk om pijnklachten met uw arts te bespreken.

Bij de behandeling van pijnklachten zal in eerst instantie worden gekeken naar de oorzaak van de pijn en of deze kan worden weggenomen. Dit is niet altijd mogelijk, maar wel kan de pijn worden verminderd of draaglijk worden gemaakt. Bij pijnstillers is het belangrijk om de voorgeschreven dosis op regelmatige tijden in te nemen. Pijnstillers werken namelijk het beste wanneer hiervan steeds een bepaalde hoeveelheid in het lichaam aanwezig is. Er zijn pijnstillers in de vorm van tabletten, capsules, drankjes, injecties, pleisters of zetpillen. Pijnstillers kunnen ook met behulp van een pompje rechtstreeks in een bloedvat, in de huid of via het ruggenmergkanaal worden toegediend.

Daarnaast zijn er nog andere mogelijkheden om de pijn te behandelen, waaronder bestraling, chemotherapie of een plaatselijke onderbreking van de zenuw die de pijn geleidt. Ontspanningsoefeningen en fysiotherapie kunnen ook de pijn te verlichten of ondersteuning geven om beter met uw pijn om te gaan.

Pijn in de botten

Door uitzaaiingen kan een korte, eenmalige bestraling van de pijnlijke plaats(en) verlichting geven. Het kan enkele weken duren voordat het pijnstillend effect optreedt. Kort na de bestraling neemt de pijn vaak eerst toe. Een enkele keer is het nodig de bestraling te herhalen.

Botuitzaaiingen bevinden zich bij prostaatkanker vaak in de wervelkolom. Wanneer hierdoor een (dreigende) botbreuk ontstaat kan dit zich uiten als pijn in de rug gepaard met uitvalverschijnselen van de benen/armen (krachtverlies en/of doof gevoel). Dit is een alarmsymptoom waarvoor u zo snel mogelijk contact dient op te nemen.

Angst, paniek of boosheid

Boosheid om wat u overkomt. Angst om afhankelijk te worden van anderen of angst voor de dood. Allerlei gevoelens die door de ziekte wordt opgeroepen, kunnen uw lichamelijke klachten versterken. En andersom: wanneer het mogelijk is een deel van die angsten en spanningen weg te nemen, kan pijn verminderen.

Wilt u zich verder verdiepen en meer gedetailleerde informatie?

Voor meer informatie over het proces, de onderzoeken en/of behandelingen bij uitgezaaide prostaatkanker, verwijzen we u naar de Behandelwijzer bij uitgezaaide prostaatkanker.

Betrokken afdelingen en vakgroepen