Tot 30 weken verliep Lisettes zwangerschap zonder bijzonderheden. “Maar op een dag voelde ik de baby minder bewegen. De verloskundige stuurde me door naar het ziekenhuis voor controle.” Daar werd besloten om de gezondheid van de baby dagelijks te monitoren met een CTG. “Dat zou betekenen: elke dag naar het ziekenhuis. Best intensief, want je bent zo twee uur per dag kwijt met reizen, wachten en meten.”
Lisette kreeg van het ziekenhuis een alternatief aangeboden: thuismonitoring. “We mochten een CTG-apparaat mee naar huis nemen. Zo konden we de metingen zelf doen en digitaal doorsturen naar het ziekenhuis. Dat scheelt enorm in tijd en energie.”
Zelf meten, ziekenhuis kijkt mee
Elke ochtend om 9.30 uur sluit Lisette het apparaat aan. “Je meet gedurende 45 minuten. Je ziet op het scherm of alles goed gaat: de hartslag van de baby, je eigen hartslag en eventuele harde buiken. Ook geef je met een knop aan of je de baby voelt bewegen.” Na afloop stuurt ze de gegevens door. Tussen 11.00 en 13.00 uur belt een zorgverlener met de uitslag. “Ze nemen echt de tijd voor je. Je kunt al je vragen stellen.”
Mocht er iets opvallends zijn, dan wordt Lisette eerder gebeld. “Je moet wel bereikbaar zijn en binnen een half uur in het ziekenhuis kunnen zijn. Maar dat is logisch. En als je een keer van de routine wilt afwijken, bijvoorbeeld vanwege een afspraak, dan denken ze flexibel met je mee.”
Je hoeft geen verpleegkundige te zijn
Lisette is zelf verpleegkundige en vindt het interessant om aan deze pilot mee te doen. “Maar je hoeft echt geen medische achtergrond te hebben om dit te kunnen. Je krijgt duidelijke uitleg en oefent een paar keer met een verpleegkundige. Daarna kun je het zelfstandig doen.”
Het vinden van de juiste plek op de buik om de hartslag van de baby te meten, is soms even zoeken. “Dat hangt af van hoe de baby ligt. Maar het apparaat geeft goed aan of de meting lukt. En als het ziekenhuis vindt dat er te weinig data is, bellen ze je gewoon.”
Regie en rust
Voor Lisette is het grootste voordeel van thuismonitoring de rust. “Je hoeft niet elke dag naar het ziekenhuis, maar weet wel dat er goed op je wordt gelet. Dat geeft vertrouwen. En het is fijn om zelf iets te kunnen doen in een periode waarin je veel moet loslaten.”
In het weekend gaat Lisette wel naar het ziekenhuis voor de metingen, omdat de polikliniek dan gesloten is. “Dan zie je toch nog een arts of verpleegkundige. Dat persoonlijke contact blijft dus behouden.”
Aanrader voor andere zwangeren
Zou ze thuismonitoring aanraden aan anderen? “Zeker. Het is misschien even spannend in het begin, omdat je zelf verantwoordelijk bent voor het meten. Maar je staat er niet alleen voor. En het geeft zoveel rust om in je eigen omgeving te kunnen blijven.”
Als Lisette straks terugkijkt op deze periode, verwacht ze dat ze vooral dankbaar zal zijn. “Het was een spannende tijd maar dankzij de goede begeleiding door de zorgverleners en de mogelijkheid om thuis te meten, voelde ik me veel zekerder. Het heeft deze laatste weken van mijn zwangerschap echt een stuk prettiger gemaakt.”
In samenwerking met de PregnaDigit studie bieden we thuismonitoring voor zwangere vrouwen met een medisch risico. In deze studie onderzoeken we hoe we thuismonitoring op een duurzame en toegankelijke manier kunnen inzetten – ook voor kwetsbare patiëntgroepen.
Kijk op onze website of open de patiëntenfolder.