Anesthesiologie

Anesthesiologie

De afdeling Anesthesiologie houdt zich bezig met de anesthesie (verdoving of narcose) bij operaties, behandelingen of onderzoeken. Tijdens een operatie houden we ook de hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte van de patiënt in de gaten. En sturen dit bij met medicijnen als het nodig is.

Polikliniek Preoperatieve Screening

De polikliniek is van maandag tot en met vrijdag geopend van 08.30 - 17.00 uur

Betrokken afdelingen en vakgroepen

Meer weten?

Tijdens de operatie moet u nuchter zijn om te voorkomen dat maaginhoud in de luchtwegen terechtkomt.

Kijk voor meer informatie in de folder 'Anesthesie'.

Het is mogelijk dat u door de operatie en de verdoving last heeft van bepaalde verschijnselen, onder andere:

  • Slaperigheid of duizeligheid. Dit duurt tot de anesthesiemedicijnen zijn uitgewerkt.   
  • Pijn. Als u pijn heeft, geef dit dan aan. U krijgt dan van de verpleegkundige een pijnstillend middel dat door de anesthesioloog is voorgeschreven.
  • Misselijkheid. Drink niet meteen te grote hoeveelheden als u weer wat mag drinken. Ook misselijkheid kan met medicijnen behandeld worden.
  • Keelpijn of heesheid. Dit kan optreden doordat u bij volledige verdoving (algehele anesthesie) een buisje in de luchtpijp hebt gehad.
  • Spierpijn. Dit ontstaat door de soms ongemakkelijke houding en het stilliggen op de operatietafel.
  • Hoofdpijn. Na een 'ruggenprik' kan soms hoofdpijn ontstaan. Gelukkig komt dit maar soms voor en is het goed te behandelen. Als u hoofdpijn krijgt als u weer thuis bent, neem dan contact op met het ziekenhuis.