Nierschade - chronisch

Nierschade - chronisch

Als de nieren voor een langere tijd niet goed werken wordt dit chronische nierinsufficiëntie genoemd (insufficiëntie betekent niet voldoende functie). Er zijn verschillende oorzaken van chronische nierinsufficientie. Maar iemand kan ook geen klachten hebben.

Mogelijke behandelingen bij Nierschade - chronisch

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Ongeveer 1 op de 16 mensen hebben in Nederland chronische nierinsufficiëntie, ruim 60.000 van hen hebben ernstige problemen.

Natuurlijk hoort achteruitgang van de nierfunctie ook tot het normale verouderingsproces. Ook kunnen bepaalde medicijnen als bijvoorbeeld pijnstillers invloed hebben op uw nierfunctie.

Vaak is een bepaalde (combinatie van) ziekte(n) de oorzaak van de nierschade, zoals:

•    aangeboren afwijkingen zoals cystenieren;
•    aderverkalking (artherosclerose);
•    hoge bloeddruk (hypertensie);
•    infecties: chronische of terugkerende  nierbekkenontsteking (pyelonefritis);
•    intrinsieke nierziekten (glomerulonefritis, interstitiele nefritis etc.);
•    nierstenen;
•    suikerziekte (diabetes mellitus).

Vele oorzaken van chronische nierinsufficientie leiden tot onherstelbaar verlies van nierfunctie. Vaak is er daardoor sprake van een achteruitgang van de nierfunctie in de loop van maanden of jaren.

De ernst van het nierfunctieverlies is zodoende in stadia in te delen (stadia 1-5). De functie van de nieren kan bepaald worden met bloed- en urineonderzoek. Hierbij wordt gekeken naar creatinine (restproduct van de stofwisseling in de spieren) en ureum (eindproduct bij de afbraak van eiwitten). Creatinine wordt via de nieren verwijderd en kan in de urine worden gemeten. Uit de concentratie van creatinine in het bloed kan de nierfunctie geschat worden en uitgedrukt in de eGFR (estimated glomerular filtration rate) weergegeven in milliliters per minuut (ml/min). Dit is een schatting hoeveel ml bloed er per minuut door de nieren wordt gefilterd. Ter vereenvoudiging wordt vaak g

Door een slechter wordende nierfunctie heeft u kans op:

  • Hoge bloeddruk;
  • Bloedarmoede;
  • Problemen met hart en/of bloedvaten zoals bijvoorbeeld verdikking van de hartspier of ritmestoornissen;
  • Veranderingen in de botstofwisseling waardoor botontkalking en botbreuken kunnen ontstaan;
  • Veranderingen in de vochtbalans van het lichaam, waardoor u vocht vasthoudt;
  • Verzuring van het lichaam;
  • Jicht, dat wordt veroorzaakt door ophoping van urinezuur wat niet meer wordt verwijderd door de nieren;
  • Infecties, doordat u een lagere weerstand heeft;
  • Een afname van de gevoeligheid voor insuline of een verminderde insulineproductie;
  • Beschadiging van de zenuwen;
  • Bijwerkingen van medicijnen door verminderde uitscheiding.

In het begin van de nierinsufficiëntie zult u hiervan niet zoveel merken. De klachten die u in het verloop van de ziekte kunt krijgen zijn:

  • Vermoeidheid, slechter slapen of concentratiestoornissen;&

Patiënten met chronische nierinsufficiëntie komen in het Maasstad Ziekenhuis op de polikliniek bij een nefroloog (arts die is gespecialiseerd in de nieren) en/of verpleegkundig specialist.

Bij de poli- bezoeken aan de nefroloog wordt de achteruitgang van de nieren in de gaten gehouden en de complicaties hiervan zoveel als mogelijk behandeld. Er zal medicatie worden voorgeschreven en leefstijladviezen worden gegeven.

Verder hebben we in het Maasstad Ziekenhuis een nierfalenteam. Dit team bestaat uit:

  • Een nefroloog en verpleegkundig specialist;
  • Een nierfalenverpleegkundige;
  • Een transplantatieverpleegkundige;
  • Een diëtiste;
  • Een medische maatschappelijk werkende.

Diëtist

Indien uw nieren niet voldoende functioneren kan het nodig zijn uw voeding aan te passen. U wordt dan doorverwezen naar een diëtist. Deze nodigt u uit om uw eetgewoonten met u te bespreken, onder andere aan de hand van uw bloeduitslagen. Waar nodig krijgt u uitleg en adviezen. De gesprekken met de diëtist kunnen plaatsvinden op de polikliniek of als u behandeld wordt middels dialyse tijdens uw dialysebehandeling. Wanneer u opgenomen bent, kan de diëtist u ook tijdens de opname bezoeken.

Wanneer de resterende functie van de nieren minder wordt dan 20 tot 25 procent zult u het nierfalentraject aangeboden krijgen.

Het nierfalentraject bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Voorlichting over nierfalen, niertransplantatie en dialysevormen;
  • Tijdige voorbereiding op niertransplantatie dan wel dialyse;
  • Begeleiding door een diëtiste (in verband met een speciaal dieet);
  • Begeleiding door een maatschappelijk werker (gezien allerlei aspecten van werk, arbeidsongeschiktheid, financiën en huisvesting).

Soms lijkt dialyse nog lang niet noodzakelijk (veelal pas bij < 10 procent), maar het is verstandig om op tijd goed voorgelicht te worden. Een voorbereiding op dialyse dan wel transplantatie, heeft tijd nodig en moet dus tijdig opgestart moet worden.

Op deze pagina leest u meer over dit traject.