Dikkedarmkanker

Dikkedarmkanker

Darmkanker wordt in de medische wereld ‘colorectale kanker’ genoemd. Darmkanker begint meestal als een poliep, een bultje in de wand van de dikke darm. De meeste poliepen zijn goedaardig. Sommige poliepen kunnen uitgroeien tot een kwaadaardige tumor: darmkanker.

Mogelijke onderzoeken bij Dikkedarmkanker

Mogelijke behandelingen bij Dikkedarmkanker

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Darmkanker geeft meestal geen klachten als de ziekte nog in het beginstadium verkeert. De meeste klachten ontstaan pas als darmkanker in een gevorderd stadium is. Ook hangt het ontstaan van klachten af van de plaats waar darmkanker ontstaat.

U kunt bijvoorbeeld last hebben van:

  • Verandering in het ontlastingspatroon (in regelmaat of soort ontlasting) welke langer aanhoudt dan een paar weken.
  • Bloed in de ontlasting, soms met slijm.
  • Loze aandrang (het gevoel naar het toilet te moeten, maar dit is niet het geval).
  • Verstopping (de tumor kan de ontlasting deels tegenhouden).
  • Bloedarmoede (bloedverlies in de darm, waardoor moeheid en/of duizeligheid).
  • Gewichtsverlies zonder duidelijke oorzaak.
  • Aanhoudende vage buikpijn, darmkrampen of een zwelling in de buik.

Mocht u één of meerdere van deze klachten hebben, raden we u aan om naar uw huisarts te gaan.

Het spijsverteringskanaal

Spijsvertering is letterlijk ‘het verteren van spijzen’. Dat wil zeggen dat voedsel wordt afgebroken tot voedingsstoffen die het lichaam kan opnemen en gebruiken. Deze voedingsstoffen worden vervolgens omgezet in energie of bijvoorbeeld in bouwstoffen. Bouwstoffen hebben we nodig om te groeien, maar ook om beschadigde cellen in ons lichaam te vervangen.

Het spijsverteringskanaal is een stelsel van buizen en lichaamsholten, dat in direct contact staat met de buitenwereld. Voedsel dat we opeten passeert achtereenvolgens de mond, de slokdarm, de maag, de dunne darm, de dikke darm en de endeldarm. Onverteerbare voedselresten verlaten ons lichaam vervolgens via de anus. Afhankelijk van de samenstelling van ons voedsel duurt dit 24 tot 48 uur. Daarnaast spelen ook de lever, galblaas en alvleesklier een rol bij de spijsvertering.

Het spijsverteringskanaal

De darmen

Een belangrijk onderdeel van het spijsverteringskanaal is de dikke darm.


Onverteerbare voedselresten, die het lichaam niet kan gebruiken, komen in de dikke darm. De ontlasting bestaat op dat moment uit een waterdunne brij. De dikke darm is ongeveer één meter lang en ligt als een omgekeerde U in de buikholte. Hier worden vocht en zouten onttrokken aan de ontlasting.


De dikke darm gaat over in de endeldarm. In de endeldarm wordt ontlasting tijdelijk opgeslagen. Wanneer de endeldarm vol is, gaat er een seintje naar de hersenen. U krijgt dan ‘aandrang’.


Het duurt gemiddeld 24 uur voordat de ontlasting de hele dikke darm is gepasseerd. Wanneer dit veel sneller gaat, wordt er te weinig vocht aan de ontlasting onttrokken. U krijgt dan dunne ontlasting of diarree. Als ontlasting te traag door de dikke darm gaat, kan verstopping (obstipatie) ontstaan.

Darmkanker ontstaat niet van de ene op de andere dag, maar begint meestal als poliep. Dit is een bultje in de wand van de dikke darm. De meeste poliepen zijn goedaardig, er is dan geen sprake van kanker. Sommige poliepen kunnen uitgroeien tot darmkanker.

Poliepen zijn goed te herkennen en relatief makkelijk te behandelen. Ze kunnen worden verwijderd tijdens een inwendig kijkonderzoek (colonscopie). Deze poliepen kunnen zich dan niet meer ontwikkelen tot darmkanker. Op deze manier kan in bepaalde gevallen darmkanker worden voorkomen.

Wat is kanker?

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten. Al deze verschillende soorten kanker hebben één gemeenschappelijk kenmerk: een ongeremde deling van lichaamscellen. Hierdoor ontstaat er een gezwel of tumor.

Goed- en kwaadaardig

Er zijn goedaardig en kwaadaardige gezwellen of tumoren. Alleen bij kwaadaardige gezwellen of tumoren is er sprake van kanker. Tumor is een ander woord voor gezwel. Een kwaadaardige tumor kan omliggende weefsels en organen opzij drukken, kan er groeien en uitzaaien.

goedaardig gezwel

Goedaardig gezwel. De gevormde cellen dringen geen omliggend weefsel binnen.

kwaadaardig gezwel

Kwaadaardig gezwel. De cellen dringen wel omliggend weefsel binnen.

Uitzaaiingen 

Van een kwaadaardige tumor kunnen cellen losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of lymfe op andere plaatsen in het lichaam terechtkomen en ook daar uitgroeien tot gezwellen. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen). Indien er alleen sprake is van aantasting van de lymfeklieren in de oksel, wordt dat beschouwd als lokale- en niet als uitgezaaide ziekte.

Om te kunnen bepalen welke behandeling(en) de specialist u voorstelt, moet hij of zij weten uit welke soort kankercellen de tumor is ontstaan, hoe kwaadaardig deze zijn en wat het stadium van de ziekte is. Onder het stadium verstaat men de mate waarin de ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid.

De specialist stelt het stadium van de ziekte vast door onderzoek te doen naar:

  • De plaats en de grootte van de tumor.
  • De mate van doorgroei in het omringende weefsel.
  • De aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren en/of organen elders in het lichaam.

Er zijn verschillende manieren om het stadium van darmkanker aan te duiden. Meestal wordt gesproken over stadium van 0 tot en met IV. Stadium 0 is het vroegste stadium en stadium IV is het meest gevorderd.

Stadium 0Verdenking op kanker in wording, bijvoorbeeld een poliep
Stadium ITumor zit in de darm
Stadium IITumor is door de darmwand heen gegroeid, maar zit niet in de lymfeklieren
Stadum IIITumor is tot in de regionale lymfeklieren gegroeid
Stadium IVTumor is uitgezaaid naar andere plekke in het lichaam

 

Deze stadiumindeling is belangrijk voor een inschatting van de prognose en het bepalen van de behandeling.

Meer weten?