Longkanker

Longkanker

Bij longkanker is er sprake van een kwaadaardige tumor in het longweefsel of in de luchtwegen die ontstaan is in de longen. Kanker kan zich ook vanuit een ander orgaan via het bloed en lymfeklieren verspreid hebben naar de longen, waardoor een tumor in de long ontstaat (uitzaaiing).

Longkanker is een veel voorkomende, ernstige ziekte. Elk jaar treft het circa 9.000 patiënten in Nederland, waarvan het in 90% van de gevallen wordt veroorzaakt door roken. Longkanker is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van sterfte aan kanker. Vroeger was het vooral een mannenziekte, maar door het toenemende rookgedrag van vrouwen is de man/vrouw verhouding nu 2:1. Ook mensen die passief meeroken lopen een verhoogde kans om longkanker te ontwikkelen.

Mogelijke onderzoeken bij Longkanker

Mogelijke behandelingen bij Longkanker

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Bij longkanker heeft u vaak een lange tijd geen klachten. Dit maakt het vroeg opsporen van longkanker lastig. Er kunnen wel algemene klachten optreden, zoals vermoeidheid, gewichtsverlies, koorts en verminderde eetlust. Daarnaast kunnen klachten optreden als gevolg van:

  • de afwijking in de long zelf: hoesten (soms met bloed), benauwdheid en piepen;
  • doorgroei van de tumor of uitzaaiingen in de klieren tussen de longen: pijn in borst/rug, heesheid, gestoorde voedseldoorgaan, zwelling van gezicht en/of armen en hartritmestoornissen;
  • verdere uitbreiding door lichaam: botpijn, benauwdheid, geelzucht, het niet goed functioneren van de hersenen (bijvoorbeeld krachtsverlies, woordvindstoornis), hoofdpijn en kortgeleden ontstane knobbeltjes in de huid;
  • stofjes door de tumor geproduceerd: onder andere verdikking van de uiteinden van vingers (trommelstokvingers), trombose, longembolie en vermagering.

Heeft u deze klachten, maar heeft u nog geen huisarts bezocht, dan raden we u sterk aan een huisarts te bezoeken. De huisarts kan u, na kort onderzoek, naar het ziekenhuis verwijzen voor verder onderzoek. U doorloopt dan een zorgtraject om te onderzoeken of u mogelijk longkanker heeft.

Risicofactoren die de kans op longkanker verhogen zijn:

  • Roken.
  • Contact met kankerverwekkende stoffen als asbest.
  • Blootstelling aan radioactieve straling.
  • Voorgaande kanker van het strottenhoofd.
  • Verbindweefseling (fibrose) van de long.

Soorten longkanker

Longkanker kent verschillende typen, dit wordt bepaald door het soort cellen waaruit de tumor is opgebouwd. De volgende kwaadaardige tumoren kunnen in de borstholte voorkomen:

  • Longkanker in de vorm van het kleincellig longcarcinoom of het niet-kleincellig longcarcinoom.
  • Mesothelioom.
  • Zeldzame longtumoren.
  • Uitzaaiingen van een andere vorm van kanker (dan longkanker) naar de longen.

Kleincellig en niet-kleincellig longcarcinoom

Bij 20% van de patiënten met longkanker betreft het kleincellig longcarcinoom en bij 80% van de patiënten niet-kleincellig longcarcinoom. Deze indeling berust op de kenmerken van de cellen, maar zegt ook iets over de groeisnelheid van de tumor en de snelheid waarmee deze tumor zich uitzaait door het lichaam. Deze specifieke kenmerken hebben vanzelfsprekend ook gevolgen voor de gekozen behandeling en prognose.

Bij een kleincellig longcarcinoom kan het gaan om een variant of een combined small cell carcinoma. Bij een niet-kleincellig longcarcinoom zijn dit onder andere een plaveiselcarcinoom, een adenocarcinoom en een grootcellig longcarcinoom.

Mesothelioom

Een andere vorm van kanker in de borstholte is mesothelioom. Dit is een kwaadaardige vorm van kanker uitgaande van de vliezen van de borstkas en longen. Mesothelioom staat ook bekend onder de naam asbestkanker. Dit kan een epitheliaal zijn, een sarcomateus, een desmoplastisch of gemengd.

Zeldzame tumoren

Zeldzame tumoren zijn bijvoorbeeld een carcinoid, een mucoepidermoid carcinoma en een thymoom.

Uitzaaiingen

Naast de besproken kwaadaardige tumoren in de borstholte, kan er sprake zijn van uitzaaiingen naar een ander orgaan dan de longen; bijvoorbeeld darmkanker met uitzaaiingen naar de longen.

Onder het stadium verstaat men de mate waarin de ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid. Stadiumindeling is belangrijk voor een inschatting van de prognose en het bepalen van de behandeling. Bij longkanker onderscheidt men vier stadia. Het vaststellen van het stadium wordt bepaald door informatie uit de onderzoeken. Als alle uitslagen hiervan bekend zijn, kan het stadium van de ziekte definitief bepaald worden.

De vier stadia van longkanker zijn:

  • Stadium I: de tumor is aanwezig in één gedeelte van de long;
  • Stadium II: de tumor is uitgezaaid naar de lymfeklieren of naar dichtbij gelegen weefsel zoals de borstwand;
  • Stadium III: de tumor is sterker uitgezaaid binnen de borstholte en naar de grote lymfevaten;
  • Stadium IV: er zijn uitzaaiingen van longkanker ergens anders in het lichaam, bijvoorbeeld in de lever of botten.

Artsen spreken bij stadium I en IIa (doorgroei beperkt tot één long) over een 'vroeg stadium'. Bij dit stadium is het misschien mogelijk de tumor en eventuele lymfklieren te verwijderen door middel van een operatie. Wanneer de ziekte zich in een verder gevorderd stadium bevindt, is dit meestal niet mogelijk.

Zie de afbeelding hieronder om een duidelijker beeld te krijgen van de verschillende stadia (I - IV) van longkanker.

Stadiumverdeling longkanker

Meer weten?