Pacemaker

Pacemaker

Wanneer het hart te traag, onregelmatig of onderbroken klopt, kan een pacemaker uitkomst bieden. De pacemaker is een klein apparaatje dat het hartritme reguleert.

Het hart is een holle spier die door samentrekking bloed door het lichaam pompt.

Het samentrekken van de hartspier komt tot stand door elektrische geleiding. In de rechterboezem van het hart bevindt zich de sinusknoop; de natuurlijke pacemaker.

Wanneer de sinusknoop een elektrische prikkel afgeeft aan de boezems, trekken deze gelijktijdig samen. Door deze samentrekking worden de hartkamers met bloed gevuld.

De elektrische prikkel verspreidt zich via het geleidingssysteem (AV knoop, Bundel van His en Purkinjevezels) naar de hartkamers, waardoor ook deze zich samentrekken en het bloed het lichaam inpompen.

Wanneer het hart te traag, onregelmatig of onderbroken klopt, is meestal te wijten aan problemen met de sinusknoop of AV-knoop.

De pacemaker is een klein computertje met een batterij in een omhulsel van titanium.

De pacemaker heeft een grootte van 4,5 cm bij 5 cm en is 0,7 cm dik. De pacemaker wordt aangesloten op één, twee of drie draden, ook wel leads genoemd, die naar het hart gaan. Het aantal leads is afhankelijk van de aard van de aandoening en/of het type hartritmestoornis. Een pacemaker heeft een gemiddelde levensduur van 6 tot 8 jaar.

Werking

De pacemaker neemt het werk van de sinusknoop en/of de AV-knoop over, waardoor het hart weer in het normale tempo en ritme gaat pompen. Via de leads (geleidingsdraden) registreert de pacemaker voortdurend informatie over het hartritme. Zodra het ritme een afwijking vertoont, geeft de pacemaker via de leads kleine onwaarneembare elektrische signalen af, waardoor het hartritme zal normaliseren.

In feite zijn alle pacemakers hetzelfde; zij detecteren de eigen hartsignalen en kunnen het hart stimuleren.

We maken onderscheid in 3 typen pacemakersystemen:

1-kamer systeem

De pacemaker is verbonden met één lead. De lead kan geplaatst worden in de rechter hartboezem of rechter hartkamer. Indien de lead zich in de boezem of atrium bevindt, spreken wij van een atriale pacemaker of in ziekenhuistermen een AAI pacemaker.
Bevindt de lead zich in de hartkamer of ventrikel dan spreken wij van een ventriculaire pacemaker of een VVI pacemaker.

2-kamer systeem

De pacemaker is verbonden met twee leads: één lead in de rechter hartboezem (atrium) en één lead in de rechter hartkamer (ventrikel). Deze pacemaker is beter bekend als DDD pacemaker.

3-kamer systeem

De pacemaker is verbonden met drie leads. Hierbij ligt één lead in de rechter hartboezem (atrium), één lead in de rechter hartkamer (ventrikel) en één lead aan de buitenzijde van de linker hartkamer (ventrikel). Een andere naam voor een 3-kamer systeem is Biventriculaire pacemaker of Cardiale Resynchronisatie Therapie pacemaker (CRT-p).

Betrokken afdelingen en vakgroepen