Epidemiologie en behandeling van gelaatsverbrandingen

Dit proefschrift van Dr. C.H. Hoogewerf geeft een uitgebreid overzicht van het traject van gelaatsverbrandingen; van risicofactoren tot behandelingen en psychosociale gevolgen na een gelaatsverbranding.

Op basis van onze bevindingen hebben medisch professionals een beeld van de risicoprofielen voor gelaatsverbrandingen, operaties aan het gelaat en reconstructieve chirurgie aan het gelaat. Dit geeft een indicatie van de prognose van de patiënt en kan gebruikt worden in de besluitvorming van het behandeltraject. We toonden aan dat mannen meer risico lopen op gelaatsverbrandingen, maar dat jonge vrouwen met een groot percentage TVLO waarbij de oren, behaarde hoofdhuid of voorzijde van de hals zijn verbrand als gevolg van een vuur/vlam verbranding een groter risico lopen op operaties aan het gelaat. Ook hebben de patiënten die in de acute fase een operatie aan het gelaat hebben gehad een verhoogde kans op reconstructieve chirurgie aan het gelaat in hun latere leven. Wat betreft het best beschikbare bewijs over topicale behandeling van gelaatsverbrandingen en de effectiviteit van vroege excisie en grafting van brandwonden hebben we laten zien dat vroege excisie mogelijk het aantal positieve wondkweken verminderd. Echter het uitstellen van de operatie kan het aantal patiënten dat uiteindelijk een operatie nodig heeft halveren, terwijl in de tussentijd verbanden en crèmes die langere tijd op de brandwond kunnen blijven het aantal pijnlijke procedures verminderen zonder de wondgenezing in gelaatsverbrandingen te hinderen. Vandaar dat een conservatieve start in combinatie met een adequate antibacteriële therapie de meest veelbelovende therapie lijkt in de hedendaagse brandwondenzorg. Daarnaast onderzochten we de ervaren ernst van gelaatslittekens en de relaties daarvan met het zelfbeeld van de patiënt en depressieve symptomen. We toonden aan dat patiënten en professionals over het algemeen de gelaatslittekens hetzelfde beoordeelden, maar dat een verschil tussen een patiëntenbeoordeling en een observerbeoordeling van het gelaatslitteken gebruikt kan worden als vroege indicatie voor het psychosociale welzijn van de patiënt. Vooral een verschil op het littekenkenmerk hobbeligheid is geassocieerd met het zelfbeeld van de patiënt. Daarnaast spelen zowel het functioneren voor het ongeval als depressieve symptomen kort na het ongeval een rol in de patiëntbeoordeling van het gelaatslitteken, het zelfbeeld van de patiënt en het krijgen van latere depressieve symptomen. Vandaar dat we aanraden om patiënten standaard te screenen op depressieve symptomen, zelfbeeld en psychologisch functioneren voor het ongeval, zodat patiënten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van psychosociale problemen vroegtijdig in beeld komen en hun behandeling geoptimaliseerd kan worden.

Voorkant promotieboekje Dr. C.J. Hoogewerf.jpg